Een garantiefonds, het
lijkt de droom van iedere belegger. Er wordt uitbetaald zodra er rendement
wordt behaald en er geldt een garantie zodat het risico op koersdaling gedekt
wordt. Toch zitten er wat addertjes onder het gras waardoor het uiteindelijke
rendement vaak tegenvalt. Een hiervan is de extra verzekering die er vaak
afgesloten dient te worden of verweven wordt met het beleggingsproduct. De hoge
kosten hiervan zorgen ervoor dat het rendement behoorlijk terugloopt.
Hoe werkt een garantiefonds?
Een garantiefonds bestaat vaak
uit derivaten (meestal opties) en staatsobligaties. De staatslening biedt
meestal helemaal geen rente en is er alleen om verkocht te worden in geval van
koersstijging. De opties dienen het rendement op te brengen. Er zijn een aantal
punten erg belangrijk om goed op te letten bij het beleggen in een
garantiefonds:
·
De
garantiewaarde, het is belangrijk om te kijken naar het bedrag of het
percentage dat gegarandeerd wordt. Hoe hoger dit is, hoe duurder uiteindelijk
ook de verzekering van deze waarde zal zijn.
·
De
samenstelling van de belegging, hoe meer de beleggingen gespreid zijn, hoe
veiliger de belegging gezien het specifieke risico wat daardoor sterk wordt
verminderd.
·
De looptijd,
in principe is het meestal beter een lange looptijd te kiezen. Het zou namelijk
erg vervelend zijn als de belegging precies afloopt tijdens een mindere periode
op de beurs. Het beste is een doorlopend garantiefonds, maar dit wordt maar
weinig aangeboden dus dan heeft een lange looptijd de voorkeur.
·
De
participatiegraad, dit staat voor het deel van het rendement dat ook
daadwerkelijk aan de klant wordt uitgekeerd. Soms is dit het volledige bedrag,
maar regelmatig wordt dit ook nog verminderd met een bepaald percentage of
bedrag.
·
De mogelijke
winst, een eventueel winstplafond kan erg frustrerend zijn als de beurs het erg
goed doet.
·
Het
dividendbeleid, kijk goed of het dividend wordt uitgekeerd of door de
fondsbeheerder wordt ingehouden.
Extra garantie
Beleggen in een garantiefonds
levert eigenlijk een dubbele garantie. Het beleggen in aandelen op zich is gelet
op het verleden namelijk op de lange termijn al een vrij stabiele vorm van
kapitaal vergaren. Door de aandelen lang te laten staan worden ze uiteindelijk
bijna vanzelf meer waard (rendementen uit het verleden bieden geen garantie).
Door te kiezen voor een garantiefonds komen er een hoop extra kosten bij die
het rendement sterk verminderen. Daarnaast is de garantie alleen interessant
bij sterk dalende beurzen. Op de lange termijn is de kans (wederom gelet op het
verleden, geen zekerheidje) redelijk groot dat aandelen meer waard worden,
terwijl de garantie op hetzelfde niveau blijft.
