De geschiedenis van de fotografie

0
1088
blog placeholder

Nu je foto’s kunt maken met een digitale camera of met je mobiele telefoon, is het moeilijk voor te stellen dat het fotograferen lang niet altijd zo gemakkelijk is geweest. En wat voor moeite de pioniers van de fotografie hebben gedaan om de eerste foto’s te kunnen maken en de techniek te ontwikkelen. Het woord fotografie is afgeleid van twee Griekse woorden, “foto” betekent licht en “grafein” schrijven, dus schrijven met licht. Om te fotograferen heb je een onmisbaar stuk gereedschap nodig, een camera.

De ontwikkeling van de fotografie

Als uitvinders, of pioniers, van de fotografie worden over het algemeen Louis Daguerre en Joseph Nicéphore Niépce gezien, twee Franse mannen uit de negentiende eeuw. Zij experimenteerden onafhankelijk van elkaar met technieken die later leidden tot wat we nu fotografie noemen. Later gingen ze samenwerken.

Daguerre, die leefde van 1787 tot 1851, was oorspronkelijk een kunstschilder. Hij werd later toneel-decorateur en maakte samen met Charles Bouton het zogenaamde “diorama” maakte. Het diorama was een voorloper van de dia-projector of beamer. Het systeem werkte doordat zonlicht of lampen op een aantal doorzichtige, met de hand geschilderde doeken werd geprojecteerd. Het steeds veranderende schouwspel gaf een mooie achtergrond voor het toneel. Bij het produceren van de doeken gebruikte Daguerre een soort van donkere kamer, die later in de fotografie zijn nut zou bewijzen.

Niépce, die leefde van 1765 tot 1833, was tegelijkertijd aan het experimenteren met heliografieën of retinas. In 1816 maakte Niépce een foto door een plaat met lichtgevoelig materiaal bloot te stellen aan licht. Het beeld dat in de camera obsura werd gevormd was een negatief. Het beeld was niet gefixeerd en ging al snel door verdere belichting verloren. Tien jaar later maakte hij een beeld dat algemeen gezien wordt als de allereerste foto. Hij gebruikte nu een plaat die was bedekt met bitumen, een stof die we kennen als asfalt. De benodigde belichting was niet minder dan acht uur helder zonlicht. De foto van zijn binnenplaats heeft door het draaien van de zon dan ook schaduw van twee kanten. Maar het beeld op de bitumen-plaat kon worden gefixeerd en positief gemaakt, zodat dit de geboorte is van de fotografie zoals we die nu kennen.

Daguerre en Niépce werden met elkaar in contact gebracht door een gemeenschappelijke vriend, en konden hun krachten gaan bundelen. De donkere kamer, waarin Daguerre zijn doeken schilderden, verbeterde de fototechniek van Niépce. Na de dood van Niépce ging Daguerre verder met de ontwikkeling van de chemische procédés, die hij steeds verder verbeterde. Uiteindelijk kon hij zijn camera, de Daguerreotype die gebruik maakt van verzilverde koperplaten, op de markt brengen. Even later probeerde William Henry Fox Talbot om van de zware koperen platen af te komen door papier lichtgevoelig te maken met zout- en zilvernitraat oplossingen. Dat zilvernitraat lichtgevoeligheid was was al in 1727 ontdekt. De uitvinding werd nog nergens voor gebruikt, behalve als kermisattractie, omdat ook hierbij weer het bewaren van het beeld een probleem vormde. Maar Talbot lukte het wel, dankzij een sterke zoutoplossing. Halverwege de negentiende eeuw werd de papieren drager door glas vervangen en verbeterde men het chemische procédé verder. De glasplaten moesten nat worden belicht en direct worden afgewerkt. Wat later vond de Engelse arts Maddox een droge methode uit, waarbij een glasplaat met zilverbromide in een laag gelatine werd ingebed. Toch bleef het maken van foto’s een lange tijd voorbehouden aan professionele fotografen. De camera ‘s waren enorme kasten, met de metalen platen kon je maar een foto maken en je moest goed weten hoe je de chemicaliën moest gebruiken. Dit veranderde toen er camera’s met rolfilms kwamen. Als je rolletje vol was stuurde je de camera naar de fabriek, die het rolletje er in het donker uithaalde en de foto ‘s ontwikkelde en afdrukte. Nog later kon je de rolletjes er zelf uit- en indoen en stuurde je die op naar de ontwikkelcentrale. Dit gebeurt overigens nog steeds omdat er veel fotografen en amateurfotografen zijn die nog steeds liever met spiegelreflex-camera’s fotograferen.

De invloed van fotografie

Sinds het ontstaan hebben foto’s een belangrijke rol in de maatschappij gespeeld. In vergelijking met schilderijen of tekst geeft fotografie de meest zuivere benadering van de werkelijkheid. Al met de allereerste foto’s kon men voor het eerst andere werelden zien zonder er geweest te zijn en werd het toekomstige verleden vastgelegd. De fotografie heeft een plaats verworven in de beeldende kunst en is niet meer weg te denken uit de moderne communicatie en het nieuws. Een plaatje zegt meer dan duizend woorden, iets dat tijdens de ontwikkeling van de fotografie al snel duidelijk werd. Met een enkele foto kan een heel verhaal worden verteld en een verhaal met een foto zegt veel meer dan een verhaal zonder. Maar het mooiste van de fotografie is misschien wel het steeds kleiner en handiger worden van de camera’s, tot en met onze digitale camera, waarmee het fotograferen toegankelijk werd voor iedereen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here