Bij een zorgvuldig uitgekozen sinterklaascadeautje hoort een
origineel gedicht. Met behulp van rijmwoordenboeken, internet en de volgende
tips maak je in een handomdraai een bijpassend gedicht.
Bij een sinterklaascadeau hoort natuurlijk een gedicht. In
dit gedicht kunnen leuke, grappige eigenschappen of gebeurtenissen, met een
evt. plagerige ondertoon, die betrekking hebben op de ontvanger, worden
aangehaald. Dit gedicht mag echter nooit kwetsend zijn.
Het verzamelen van
informatie
Begin op tijd met het verzamelen van informatie. Neem daarvoor
een vel papier en schrijf alle bruikbare dingen op. Er kunnen verschillende
onderwerpen aan bod komen zoals eigenschappen, hobby’s, vakantie, werk, school,
het cadeau enz. Neem één onderwerp per couplet en probeer de coupletten op
elkaar aan te laten sluiten.
Het rijmen
Meestal komt de inspiratie voor het schrijven van een
gedicht zodra je ermee begint. Het is vaak lastig om een originele openingszin
te verzinnen maar als de eerste regels op papier staan gaat de rest vaak
gemakkelijker. Bedenk woorden die op elkaar rijmen en gebruik deze in een
rijmschema.
AABB – Twee zinnen die op
elkaar rijmen na elkaar.
ABAB – Plaats de op elkaar rijmende zinnen om en om.
Soms kun je niet op de juiste rijmwoorden komen, dan kunnen
rijmwoordenboeken hierbij helpen. Op internet zijn ook voldoende sites te
vinden waar je een woord in kunt typen en dan de keuze hebt uit woorden die hierop
rijmen. Mocht je in tijdnood komen dan kun je een persoonlijk gedicht laten
maken. Je typt wat informatie in over de
ontvanger en krijgt dan een passend gedicht via de mail. Maar het is wel leuker om
zelf iets te maken omdat het ook al veel voorpret op kan leveren.
Andere rijmtips zijn:
Gebruik zoveel mogelijk hele werkwoorden
Gebruik geen verkleinwoorden
Maak coupletten van 4 tot 8 regels.
De inhoud
In het gedicht mogen best grappen worden gemaakt. Doe dit
altijd op een vriendschappelijke manier. Het is natuurlijk niet de bedoeling
dat er iemand wordt gekwetst. Wissel ironie en grappen af met complimentjes.
Het controleren
Controleer het gedicht nog een keer als het af is. Lees het
hardop voor en let daarbij op een logische volgorde van de zinnen en
coupletten. Let ook op het taalgebruik. Gebruik geen moeilijke woorden en maak
geen zinnen waar iemand over kan struikelen. Het is niet leuk als het gedicht
niet vloeiend kan worden voorgelezen.
Het versieren
Versier het blad waar het gedicht op staat met plaatjes of
andere dingen.
Schrijf het gedicht met de hand.
Gebruik mooi gekleurd papier.
Rol het papier op en maak het vast met een mooi lint.
