Estland – op het kruispunt van de informatie-technologie

0
876
blog placeholder

Er bestaat geen twijfel over: Estland is bekabeld. In de afgelopen paar jaar is dit kleine Oost-Europese land uitgegroeid tot een wereldleider op het gebied van informatie-technologie.

De expertise op dit gebied is in toenemende mate een bron van trots voor Estland.

Het is één van de bedrijfstakken in deze Baltische staat waartoe de meer machtige westerse naties zich wenden voor begeleiding en waar Estland een expert-rol kan spelen voor grootheden zoals de Verenigde Staten, de NAVO en de Europese Unie.
Het land heeft terecht een reputatie verdiend voor zijn op het vlak van IT, omdat tot in het kleinste deel van de overheid initiatieven erop gericht zijn om het land een leider op het gebied van e-governance en online diensten te maken. De applicaties die reeds operationeel zijn maken indruk.

Het Estse Centrum voor Informatica is een door de overheid gefinancierde instelling belast met het oplossen van IT-problemen die opduiken in de publieke sector en het organiseren van de informatiesystemen van de centrale overheid. Het is de belangrijkste overheidsinstantie die belast is met het ontwikkelen en implementeren van een groeiende e-government.

De organisatie werkt momenteel aan een aantal projecten, waarvan het meest in het oog springend vrijwel zeker de nationale identiteitskaart is. Tot nu toe zijn er ongeveer één miljoen ID-kaarten uitgegeven, ondanks dat de prijs van de kaarten onlangs is verhoogd van 150 kroon tot 250 kroon.
De ID-kaarten hebben een breed scala aan toepassingen en kan door de burgers gebruikt worden om te stemmen tot aan het online registreren van hun auto. Op 17 februari 2009, de eerste dag dat Esten hun belastingaangifte kunnen doen, hebben meer dan 150.000 mensen hun formulieren online ingediend. Dit is 50 procent meer dan de belastingdienst op de eerste dag in 2008 zag, toen in totaal 88 procent van de bewoners hun belastingen op het internet hadden ingediend. Een ander indrukwekkend project in hun werk staat bekend als Xroad. Met Xroad kunnen de verschillende databases van de overheidsinstanties met elkaar communiceren.

Het komt er op neer dat er in een land vele databases zijn. Het is ongewenst om hier één grote database van te maken omdat dit zeer onveilig is. Er zijn dus een heleboel kleintjes. Maar hoe kan men voorkomen dat mensen niet keer op keer gevraagd wordt om dezelfde gegevens aan te leveren? De databases moeten dus met elkaar kunnen communiceren. Hiervoor is Xroad ontwikkeld.

Dit zijn niet de enige toepassingen waaraan het Ests Centrum voor Informatica werkt. Eén van de andere grote projecten die nu op de tafel ligt is de verbetering van de portaalsite van de Estse overheid – www.eesti.ee. Verder zijn er plannen voor het maken van een uitwisseling van een centrum om documenten uit te wisselen, de uitbreiding van het gebruik van mobiele telefoons voor online diensten, en het verbeteren van de kerngetallen voor internet penetratie.

De lijst van investeerders die hebben bijgedragen aan het ID-kaart project omvat enkele van de grootste bedrijven van het land.
De twee grootste banken, Swedbank Estland en SEB Eesti Uhispank, en twee van de grootste telecommunicatie-providers, Elion en EMT, zijn de belangrijkste sponsors achter het ID-kaart project. In de loop van de afgelopen paar jaar heeft elk van deze bedrijven ongeveer 60 miljoen kroon in het project geïnvesteerd.
Daarnaast hebben de Esten ook de aandacht van enkele van ’s werelds grootste bedrijven getrokken, op zoek naar een stukje van de elektronische taart.

Estland is een klein land met weinig natuurlijke hulpbronnen en als gevolg daarvan is Estland haar grootste troef haar mensen, hun kennis en technologische expertise.
Er is geen reden waarom de kenniseconomie die Estland heeft niet kan blijven groeien. Grootte is geen belemmering voor innovatie en de IT-sector blijft groeien, dit soort van technische creativiteit kent aan de vraagzijde een ruime en brede markt.

Microsoft, die al zwaar heeft geïnvesteerd in de verbetering van ICT op scholen in het gehele land, bekijkt met belangstelling de ontwikkelingen in Estland en is geïnteresseerd om nauw met het land samen te werken.
Estland heeft momenteel een levendige technologische basis. Het heeft een sterke en groeiende technologische industrie en is een regionale en mondiale marktleider op het gebied van Internet, Software voor e-government diensten en andere belangrijke IT-gebieden. Microsoft is altijd geïnteresseerd in de plaatsen waar technologie en innovatie actief bevorderd worden.

Hoewel een “e-land” duidelijke voordelen heeft – besparingen in tijd en personele middelen en de vermindering van corruptie – er zijn ook grote risico’s, zoals de Estse president Toomas Ilves Hendrick in een presentatie aan het Instituut voor Europese Zaken eens aangaf.
De keerzijde van Estland haar sterke afhankelijkheid van de technologie is duidelijk. Een bestuur en dagelijkse samenleving die zo afhankelijk is van elektronische communicatie en diensten, lijkt het land een belangrijk doelwit voor hackers op zoek naar het veroorzaken van problemen.

Dit is precies wat er in 2007 is gebeurd, toen hackers een aantal van de belangrijkste websites van de overheid uit de lucht haalden. Velen denken dat de aanslagen, die grotendeels uit Rusland kwamen, werden uitgevoerd met de zegen van het Kremlin. Estland is nu de gastheer van het NAVO Cyber Defense Center, één van de alliantie haar belangrijkste knooppunten voor de coördinatie van cyber-verdediging. Ondanks deze gevaren, blijven de autoriteiten ervan overtuigd dat de e-overheid één van de veiligste in de wereld is. In 2006, toen het ID-kaart project eindelijk werkelijkheid begon te geworden, heeft de regering zich ten doel gesteld “de meest veilige informatie-maatschappij in de wereld te zijn tegen het jaar 2009.” Volgens de regering is dat doel bereikt.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here