Vergoeding bij ontslag

0
941
blog placeholder

Vergoeding
De wet erkent dat de werknemer die is ontslagen aanspraak kan maken op vergoeding. De werknemer kan aanspraak maken op vergoeding, indien:

hij is ontslagen door middel van ontbinding bij de kantonrechter
hij is ontslagen door opzegging van de werkgever
hij is op staande voet is ontslagen

De gevorderde vergoeding bevindt zich in het kader van het ontslag. De werknemer kan ook schadevergoeding op grond van wanprestatie – de werkgever wanpresteert jegens de werknemer – vorderen. Echter dient dit als een restoptie gezien te worden.

Ontbinding bij de kantonrechter
De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en de werkgever, artikel 7:685 BW. Bij de ontbinding wegens verandering in de omstandigheden, kan de kantonrechter van mening zijn dat de werkgever gehouden is vergoeding te betalen aan de werknemer (lid 8). Ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst omdat er een dringende reden zich voordoet, dan dient de werknemer een aparte procedure tot vergoeding aan te brengen. Het artikel regelt slechts vergoeding indien sprake is van ontbinding omdat de omstandigheden zijn veranderd. In de praktijk is een formule neergelegd op grond waarvan de vergoeding bepaalt kan worden: de kantonrechtersformule. De kantonrechtersformule is niet neergelegd in een wettelijke besluit, maar in een beslissing van de rechters om zo de discretionariteit van de rechters te verminderen. De formule is A x B x C (vermenigvuldiging). Hierbij is A het aantal gewogen dienstjaren, B de bruto maandinkomen en C de correctiefactor. Voor de weging van A wordt er van het volgende uitgegaan:

minder dan 35 telt voor 1/2
tussen 35 en 45 telt voor 1
tussen 45 en 55 telt voor 1 1/2
meer dan 55 voor 2

Een voorbeeld om het te verduidelijken. Een persoon van 54 jaar oud werkt al bij bedrijf X voor 14 jaar, hierbij verdiende hij €2000 per maand. Hij wordt ontslagen en vraagt om vergoeding. De waarde A is (1 1/2 x 9) + (1 x 5) 18 1/2; B is 2000 en C is 1 = 18 1/2 x 2000 x 1 = €37000.

Opzegging
De arbeidsovereenkomst wordt opgezegd. De werkgever dient hierbij allerlei formaliteiten in acht te nemen. Zo dient hij toestemming tot opzegging te vragen bij de UWV (tenzij dat door de wet is uitgesloten). Als de werkgever de opzegtermijn niet in acht heeft genomen, dan dient hij de werknemer vergoeding te betalen (artikel 7: 677 lid 2 jo lid 4 BW). De werknemer kan gefixeerde schadevergoeding vorderen en volledige schadevergoeding.
De gefixeerde schadevergoeding (artikel 7: 680 lid 1 BW) is de vorm van schadevergoeding waarbij de werknemer het bedrag gelijk aan het loon over de opzegtermijn krijgt. Of er daadwerkelijk schade is geleden doet er niet toe. Dit is anders bij de volledige schadevergoeding, hier is het wel van belang om vast te stellen wat de exacte schade is. Bij de volledige schadevergoeding worden ook fooien die men krijgt in overweging genomen (als dat een belangrijke inkomstenbron is). 
Een ander grond voor schadevergoeding kan gelegen zijn in dat de opzegging kennelijk onredelijk is (artikel 7:677 lid 4 jo 681).

Ontslag op staande voet
Bij ontslag op staande voet is doorgaans de gedachte dat het ontslag aan de werknemer is te verwijten. De werknemer heeft geen aanspraak op vergoeding, want hij is de persoon aan wie het ontslag is te danken. De werknemer die verwijtbaar ontslagen worden, heeft geen volledige aanspraak op de WW-uitkering. De UWV kan besluiten helemaal geen WW-uitkering te geven aan de werknemer of geen volledige WW-uitkering. Het is dan ook verstandig, indien er ontslag dreigt, om dit niet via de weg van het ontslag op staande voet te bedwingen. Het is beter om dat via de ontbinding wegens dringende reden te doen. Zo bewerkstelligen de partijen dat de werknemer wel aanspraak kan maken op de WW-uitkering.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here